'

Je hersenen zijn

6 september 2015

Bij zomergasten zat een psychiater die heel mooi zei: “Mensen worden hun hersenen in plaats van hun geest.”Prachtig gezegd! Maar wat zegt hij nu precies?

Als kind zijn wij van onze ouders afhankelijk. Als zij niet voor ons zorgen dan redden wij het als baby’s niet. Onze verzorgers bepalen in die periode ons bestaansrecht. Baby’s gaan letterlijk dood als zij zich niet geliefd, gewild en beschermd voelen.

In de eerste jaren van ons leven leren wij angst, onzekerheid en onveiligheid kennen. Als ik voor mezelf mag spreken: die voelen niet erg prettig. Daar wil je met je bewustzijn niet zijn. Wanneer ervaren wij dan die angst, onzekerheid en onveiligheid? Als wij ons niet geliefd, gewenst of beschermd voelen, een gevoel van afwijzing ervaren. Om dit te voorkomen streven wij in onze prestatiemaatschappij naar perfectie. In de praktijk een onhaalbare situatie!

Want bij het najagen van perfectie, om zo geliefd mogelijk te zijn, worden we heel streng voor onszelf. Terwijl wij onszelf bekritiseren, nemen wij het gedrag van onze ouders als referentiekader.

Mijn dochter zei laatst toen ik een donkere bril op had: “Ik kan je ogen niet zien. Daardoor weet ik niet wat je denkt. Dan weet ik niet waar ik aan toe ben.” Haar veiligheid haalt ze dus uit mijn gemoedstoestand. Mijn ogen zeggen haar of zij oké is of niet. Of zij mag blijven, ja of nee. Of zij mag bestaan.

In de eerste zeven jaar beoordelen wij het gedrag van onze ouders met het analytisch vermogen van een kind. Dat analytisch vermogen is pas rond ons zevende  jaar volledig ontwikkeld. Hierdoor zien kinderen gevaar waar meestal geen werkelijk dreiging is.

Het gevoel is levensecht, maar de perceptie van wat er gebeurt, klopt niet.De ervaring en het gevoel samen worden in ons geheugen vastgelegd als een overtuiging gekoppeld aan een emotie. In ons geheugen liggen diepe onbewuste overtuigingen, geloven, normen en waarden die ons gedrag aansturen. Die bepalen in het nu onze waarheid, maar zijn dus gebaseerd op een kinderfilter. Hier ligt je zelf gemaakte identiteit vast en wat je waard bent. Deze – vaak negatieve - overtuigingen kloppen niet met je ratio. Het gevolg van deze incongruentie is dat je stress ervaart in het dagelijkse leven.

Als je al 99 keer een presentatie hebt gegeven, waarom voel je dan de 100ste keer nog steeds die faalangst? Rationeel weet je dat je het kan. Dat heb je immers al 99 keer bewezen. Maar de overtuiging ‘deep down’  is sterker dan je ratio. De enige oplossing lijkt de oude geprogrammeerde overtuiging kraken. Niet door het tegendeel te bewijzen maar door het gevoel uit de overtuiging te halen. Dan blijft er slechts een ongeloofwaardige zin over. Als ik tegen jou zeg: “Je bent groen”, dan doet dat je waarschijnlijk niets. Maar zeg ik: “Je kan het niet”, dan trigger ik je geheugen. In je onbewuste zit iets wat die uitspraak 100% gelooft. Je geheugen stuurt je gevoel aan en maakt het daardoor onweerlegbaar. Wie wil je zijn of blijven? Je geheugen of je geest?

Je geest is je ware zelf. Onaangepast puur jezelf zijn, vanuit je hart, zonder de angst om niet goed genoeg te zijn. Leven in plaats van overleven. Maar, zei laatst een buurvrouw: “Die angst is hardnekkig”. Dat ervoer ik ook altijd zo. Tot ik vanochtend op de bank bedacht: in angst leven is voor mij een hel. In de kern is het de angst voor leegte en de dood. Leven zonder angst lijkt mij hemels. Na de dood komen wij volgens velen in de hemel. Dus kort door de bocht gezegd leven wij op aarde in een soort hel, gevoed door angst, omdat wij bang zijn om naar de hemel te gaan. Nadat ik dit had bedacht, besloot ik om te gaan voor kwaliteit in plaats van kwantiteit.  De dood kreeg hierdoor voor mij een andere betekenis. Een ander geloof met een ander gevoel. Laat de dood maar komen. Ik bedoel…de hemel. En tot het zover is, ga ik nog even genieten van het leven!

Blijf op de hoogte

Ontvang een mail wanneer er een nieuwe blog beschikbaar is